Immuuntherapie-behandeling toegankelijk voor kankerpatiënt met zeldzaam tumorprofiel
Om deze patiënten toch toegang te geven tot zo'n geneesmiddel, hebben genoemde partijen een financieringsmodel op maat van de patiënt bedacht waarbij de fabrikant van het middel en de zorgverzekeraar samen de financiële risico's delen: de fabrikant betaalt het medicijn in de studiefase en de zorgverzekeraar vergoedt het vervolgens voor patiënten bij wie het blijkt te werken: een pay for performance-model. Een pilot gaat lopen in een klinische studie waaraan meer dan 30 Nederlandse ziekenhuizen meedoen: de DRUP-studie, die wordt gecoördineerd door het Center for Personalized Cancer Treatment. Aan de DRUP-studie doen meer dan 30 ziekenhuizen in Nederland mee. De onderzoeksleiders zijn prof. dr. Emile Voest (Antoni van Leeuwenhoek), prof. dr. Henk Verheul (Radboudumc) en prof. dr. Hans Gelderblom (LUMC).
Aanleiding: bestaande medicijnen voor zeldzame tumorprofielen
Het wordt steeds duidelijker dat elke tumor biologisch uniek is en dat de behandeling daarom steeds vaker afgestemd moet worden op de individuele patiënt. Soms heeft een tumor bijvoorbeeld een DNA-afwijking die heel zeldzaam is voor de meeste tumorsoorten. Er ís dan soms een medicijn dat mogelijk op deze afwijking inspeelt, maar dat is niet voor al die tumorsoorten geregistreerd.
'Herontdekken' geneesmiddelen
In 2016 werd daarom in Nederland met steun van het KWF een bijzondere klinische studie gestart: de DRUP-studie. DRUP staat voor 'Drug Rediscovery Protocol'. In deze studie krijgen kleine groepjes patiënten, alle met een zeldzaam moleculair tumorprofiel, geneesmiddelen toegediend die al geregistreerd zijn voor een andere kankersoort maar niet voor die van hen. Voor deze patiënten zijn geen andere behandelopties meer.
Het doel van de DRUP-studie is: onderzoeken of de medicijnen ook voor deze patiënten werkzaam en veilig zijn. Dit kan niet worden onderzocht in gebruikelijke grootschalige geneesmiddelenstudies, daarvoor zijn de patiënten-aantallen veel te klein.
Lees verder op de website van Antoni van Leeuwenhoek.