Kan poepdonatie de bacteriën van de ontvanger beïnvloeden die betrokken zijn bij darmkanker?
Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) ontdekten echter dat de microbiële samenstelling van de poep van de donor van invloed is op de aanwezigheid van een bacteriestam in de darm van behandelde patiënten, die mogelijk betrokken is bij de ontwikkeling van darmkanker.
De microbiële gemeenschap in de darmen, ook bekend als de darmmicrobiota, speelt een belangrijke rol bij het gezond houden van het lichaam. Antibioticagebruik kan een evenwichtige microbiota verstoren, waardoor de groei van diarree veroorzakende Clostridioides difficile (C. difficile) mogelijk wordt. Wanneer de darminfectie niet verdwijnt na meerdere kuren met specifieke antibiotica, wordt dit recidiverende C. difficile-infectie (rCDI) genoemd. Personen met rCDI kunnen worden behandeld met FMT, een procedure waarbij gezonde menselijke donorontlasting aan de patiënt wordt toegediend via colonoscopie, klysma, nasogastrische buis of in de vorm van capsules, ofwel poeppillen.
Analyseren van poepmonsters
Onderzoekers van het Center for Microbiome Analyses and Therapeutics en de Nederlandse Donor Feces Bank van het LUMC bestudeerden poepmonsters van gezonde donoren en rCDI-patiënten die tussen 2016 en 2018 een FMT kregen. Ze zochten naar de aanwezigheid van de procarcinogene pks+ Escherichia coli (pks+ E. coli) bacterie. Deze bacterie kan worden aangetroffen in de darm en is in verband gebracht met de ontwikkeling van darmkanker. "We weten echter niet hoe lang pks+ E. coli-stammen in de darmen van een persoon aanwezig blijven en welk niveau van besmetting bijdraagt aan de ontwikkeling van kanker. Deze inzichten zouden een belangrijke vooruitgang in de behandeling met FMT mogelijk maken", zegt prof. dr. Ed Kuijper, hoogleraar Experimentele Bacteriologie aan het LUMC.
Een grote studie
Onderzoekers stelden vast dat pks+ E. coli veel voorkomt bij patiënten met rCDI, maar soms ook in lage concentraties wordt aangetroffen in de darmen van gezonde donoren. Kuijper: "Er werden ontlasting monsters verzameld van 49 patiënten - het grootste cohort tot nu toe - vóór en na de FMT-behandeling. Van de acht donoren hadden er drie een positief monster met pks+ E. coli-DNA, maar in zeer lage gehaltes. Vóór de FMT-behandeling werd bij 27 patiënten ook pks+ E. coli-DNA in veel hogere hoeveelheden aangetroffen."
De bevindingen
De onderzoekers vergeleken hun resultaten vervolgens met de aanwezigheid van pks+ E. coli bij patiënten na de behandeling. Zij concludeerden dat de aanwezigheid van pks+ E. coli in donoren kan bijdragen aan blijvende aanwezigheid van deze bacterie in patiënten na FMT, maar dat overdracht van pks+ E. coli van donor op patiënt onwaarschijnlijk is. Interessant was de waarneming dat FMT behandeling met pks+ E. coli negatieve donoren leidde tot het uitroeien van pks+ E. coli bij behandelde patiënten. "Beter inzicht in de invloed van FMT op de aanwezigheid van pks+ E. coli is van cruciaal belang omdat het kan helpen bij de donorselectie en het voorkomen van de ontwikkeling van darmkanker bij patiënten." De resultaten van hun studie zijn gepubliceerd in Gastroenterology. Vervolgonderzoek zal gericht zijn op de ontwikkeling van darmkanker bij patiënten die zijn behandeld met FMT.
Over de feces-transplantatiebank
De Nederlandse Donor Feces Bank (NDFB) van de afdeling Medische Microbiologie van het LUMC verzamelt en beoordeelt gezonde donorpoep om ervoor te zorgen dat FMT veilig en effectief blijft. De instelling is altijd op zoek naar gezonde personen die in de buurt van Leiden wonen en hun poep willen doneren. Wilt u weten hoe u poepdonor kunt worden? Bezoek de website van de NDFB.