Met de professor
De professor mag praten over wat onderzoek is, met het motto: verwonderen, verkennen en onderzoeken. Uiteraard aan de hand van zijn of haar specialisme, in mijn geval: hormonen, hersenen en stress.
Er is veel te vertellen over dat onderwerp, en ook heel veel te vragen. Maar de meeste vragen die de kinderen van tevoren opstuurden waren zoals altijd van meer algemene aard. Dus naast ‘wat is adrenaline?’ ook ‘welk schooladvies had u?’, ‘bent u ooit blijven zitten?’, ‘bent u ooit gepest?’, en ‘heeft u een vriendin en houdt u van pindakaas?’. Allemaal goede vragen! Al was het maar voor de levendigheid van de discussie.
Een open gesprek
Ondanks alle vragen over mijn levenspad, bleek er in mijn klas van dit jaar, die enkel bestond uit kinderen met een migratieachtergrond, een heleboel ervaring met het onderwerp stress – en wellicht zelfs trauma. De leerlingen vertelden er adembenemend open over, bijvoorbeeld over ziekte of werkeloosheid in het gezin.
Vrijwel alle kinderen doen mee, zeker de helft stelt vragen. Eén jongetje komt bijna niet uit zijn woorden, deels vanwege onvolkomen Nederlands, deels omdat hij zoveel wil zeggen. Maar hij blijft zijn vragen afvuren. Hij wil wetenschapper worden: in hersenen of computers. Op zijn vraag over déjà vu ervaringen spreek ik af om daar na de les op in te gaan – iets waar ik ook weer van leerde.
Talent
Na afloop van alles praat ik na met de juf. We bespreken een heel aantal kinderen: het stille meisje met hoofddoek met een knetter van een vwo-advies, de kinderen met veel spraakwater, de kinderen die zich overduidelijk niet konden concentreren. Ik kom terug op het jongetje met alle geweldige vragen – voor mij een van de diepste doordenkers van de klas. Iemand die je ook wanneer je in termen van ‘excellentie’ denkt, een talent zou noemen. “Tsja”, zegt de juf, “uitgeprocedeerd.”
Onno Meijer is hoogleraar Moleculaire neuro-endocrinologie van corticosteroïden.