Onderzoek naar ijstijd-overlevers levert nieuwe inzichten op in verwantschap vroeg moderne mensen in Europa
De afbeelding is afkomstig van het Rijksmuseum van Oudheden.
&w=710&h=710)
Door gebruik te maken van de grootste dataset tot nu toe van genetisch materiaal van Europese prehistorische jager-verzamelaars (356 individuen) tussen 35.000 en 5000 jaar geleden werden spectaculaire nieuwe inzichten verkregen in de verwantschap en migraties van deze vroege moderne mensen in Europa. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Nature.
Twee groepen jager-verzamelaars
Er werd onder meer ontdekt dat er 30.000 jaar geleden twee genetisch verschillende groepen in West- en Zuidwest Europa enerzijds en Centraal en Zuid-Europa anderzijds leefden, die desondanks dezelfde cultuuruitingen en jachtwapens deelden.
Deze Gravettien groepen trokken zich in Zuid-Europa terug tijdens de piek van de laatste ijstijd, maar slechts de westelijke groep bevolkte Europa daarna in noordoostelijke richting. Dit betreft onder meer de Magdalénien cultuur bekend van de grotkunst. Zij werden op hun beurt weer vervangen door groepen die vanaf het Italiaans schiereiland noordwaarts trokken. Mogelijk hield deze migratie verband met het verdwijnen van de mammoetsteppe door de opwarming van het klimaat
Het onderzoek toonde ook aan dat er later verschillende groepen jager-verzamelaars naast elkaar bestonden. De uiterlijke, fenotypische kenmerken van de westelijke jager-verzamelaars verschillen van de oostelijke. De eerste, waaronder ook de oudste bewoners van onze streken, hebben vooral een donkere huidskleur en blauwe of groene ogen, terwijl de oostelijke groep een lichtere huidskleur had en voornamelijk bruine ogen. Vanaf 8000 jaar geleden zien we pas een vermenging van beiden optreden.
Leidse inbreng
Naast Eveline Altena van het LUMC, is ook Luc Amkreutz betrokken geweest bij het onderzoek. Hij is werkzaam bij het Rijksmuseum van Oudheden en de Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden.
Vanuit Leiden incorporeerden zij vondsten afkomstig uit Doggerland, het verdwenen landschap in de Noordzee. De vele vondsten uit dit gebied die onder meer op de opgespoten stranden worden gevonden door amateurs/vrijwilligers en door hen gedoneerd worden voor onderzoek, blijken een zeer belangrijke bron van informatie.
Lees meer over het onderzoek op de website van het Rijksmuseum van Oudheden.